“Als ik zeg dat ik op het mbo zit, heb ik het idee dat mensen denken dat ik dom ben.” (mbo 4, BOL)
Ook de politiek lijkt weinig aandacht te hebben voor het mbo. Tijdens de eerste twee jaar van de coronapandemie is het mbo nauwelijks gezien. Ze werden bijvoorbeeld niet genoemd in de eerste persconferenties. De focus lag op het basisonderwijs, middelbaar onderwijs, de hbo’s en universiteiten. Hierdoor voelden veel mbo-studenten zich niet gehoord. Het gebrek aan waardering stapelt op het gebrek aan waardering dat mbo-studenten al voelden in een prestatiemaatschappij waarin het mbo als ‘laag’ wordt bestempeld. Bovendien worden ze onvoldoende betrokken bij studentenactiviteiten.
“Toen ik laatst gebruik wilde maken van studentenkorting, bleek deze alleen te gelden voor studenten aan het hbo of de universiteit.” (mbo 4, BOL)
Mede door de epidemie zijn zij onzeker over hun toekomst op de arbeidsmarkt. Ze maken zich zorgen om de waarde van hun diploma en positie op de arbeidsmarkt. Ook de opgelopen leerachterstand maakt onzeker. En dit komt bovenop de zorgen die zij hebben over sociale ongelijkheid en het vinden van een woning.
“Een koop- of huurwoning is gewoon onmogelijk op dit moment. Ik zou best graag uit huis willen, maar ik kan gewoon nergens heen.” (mbo 3, BOL)
Bovendien, zo blijkt uit het onderzoek van Linden IT, vinden veel HR-verantwoordelijken dat mbo-opleidingen vaak niet goed aansluiten op de praktijk. Diezelfde conclusie komt naar voren uit het JOBmbo-onderzoek onder studenten. Terwijl het mbo van onschatbare waarde is, vertelt Kirsten Cuppen, mbo-docent van het jaar 2021.